maandag, maart 13, 2006

Met de auto naar Kiev

Kiev is ongeveer even ver als Madrid. Toch deden wij er per auto 34 uur over, verdeeld over vier dagen. Zodra je de grens met Polen over bent is het gedaan met snelwegen, op een paar korte stukjes na. Je rijdt over redelijk slechte tweebaanswegen tjokvol met vrachtverkeer. De Polen halen roekeloos in bochten, sneeuw, slecht zicht; het deert ze niet. Het nieuwe EU land ziet er armetierig uit, met name in het westelijke gedeelte als je in de buurt van Cottbus, Duitsland de Oder oversteekt en zo de Poolse grens. Niets dan schrale wouden, truckstops en scharrige tippelaarsters op besneeuwde bospaden. Zo’n uitzicht maakt niet vrolijk. Bovendien had ik last van bovenmatige boevenangst. Een golf diesel vol met onze meest geliefde kledingstukken en cd’s leek me hier een kwetsbaar bezit. Tegelijkertijd voelde ik me decadent om met al die bezittingen zo neurotisch door dit armoedige landschap te rijden.

Rijdend over slechte Oekraïense wegen: Poollicht?

Polen bleek een consumptieparadijs vergeleken met wat ons over de oostelijk grens te wachten stond. Maar eerst moesten we de grens met Oekraïne nog over. Een wachttijd van vier uur is hier schijnbaar normaal. Wij hadden geluk. In twee uur tijd stonden we aan de andere kant. Eerst was ik nog uitgejouwd door twee Oekraïense bruten in een treurig hok die onze autopapieren wilden zien. De vloer was bedekt met stukken karton tegen de inloop van modder en sneeuw. Guus had intussen een hoofdwond opgelopen in het weerzinwekkende toilet bij de douanekantoren. Een stalen balk had hem boven zijn slaap geramd. Hij had de hele tent bijelkaar gevloekt maar was onbewust van de dikke straal bloed die langs zijn bakkebaard omlaag sijpelde. Ik kwam net terug van de vernederingssessie in het douanehok en bleef koelbloedig, maakte een sneeuwbal, rolde deze in een vod dat in de auto lag en drukte dit tegen zijn wond. Het hielp. Het vod bleek overigens de pyamabroek van Guus z’n moeder, ons in Nederland in de handen gedrukt tijdens een oliecheck. Zij is net als mijn moeder, van de generatie die voor alle oude lappen nog wel nut heeft. Zo vind je haar oude onderbroeken terug in de schoenenpoetsmand en pyama’s in je dashboardkastje.

De wegen in Oekraïne waren smal, tweebaans en leken op een maanlandschap. Niets dan kraters. Na 10 minuten kwam het eerste paard-en-wagen in zicht. Na een uur of twee de eerste slede voortgetrokken door een oude knol, man en vrouw op de bok, de benen bedekt met stro. Van Wisjni naar Wosjni Novgorad. Erg schilderachtig, ook met het poollicht en de besneeuwde, eindeloze steppe die zich uitstrekt aan weerszijden van de weg. Na zonsondergang is af te raden om te blijven rijden, mits je met een lekke band of gebroken as de nacht op de steppe wilt doorbrengen. De stad Luck (spreek uit Loesk) had gelukkig een voormalig staatshotel met goede bedden, lekkere borscht en millitaire bewaking op de parkeerplaats. Hier hebben we overnacht. De volgende dag bereikten we Kiev.

Mannetje op slee in de berm, gevolgd door zijn hond.

1 Comments:

At 10:35 p.m., Blogger TOUR KIEV said...

Mooie foto's! En dat van die wegen is herkenbaar.

Toch zijn de wegen inmiddels een stuk beter geworden. Vast met het oog op EURO 2012. En de douane beambten die wij zijn tegen gekomen waren vriendelijk. Al hielp het wel dat wij een beetje Russisch en Oekraiens spraken.

Lees hier ons verslag:
http://tourkiev.nl/nl/kiev_oekraine/met-auto-naar-kiev-oekraine

 

Een reactie posten

<< Home

Creative Commons License
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 2.5 Netherlands License.