dinsdag, april 18, 2006

Platteland

Legevnia, Oekraïne. Hier wonen Vlad en Loedja met hun twee zonen. Vlad is geschiedenisdocent op de universiteit van de nabijgelegen stad Uman. Loedja is lerares op de school in het dorp. Ik logeer een weekend bij hen met mijn Mexicaans-Amerikaanse vriendin en twee vrienden uit Kiev. We zijn hier terechtgekomen dankzij het documentaire filmfestival dat vorige week plaatsvond in ‘Dom Kino,’ een kunstzinnig filmtheater ooit gebouwd voor communistische partijbonzen in Kiev. Zo kwamen we de filmmaakster Anya tegen, onze connectie met het dorpje van Vlad en Loedja. Anya heeft ons datzelfde weekend nog meegenomen naar het platteland.

Vlad en Loedja zijn de rijkste mensen van Legevnia. Ze hebben een auto en een huis zonder stucwerk dat op een kasteeltje moet lijken. Ze poepen in een houten gemak achter de kippenren op het erf, wassen zich door met een steelpan water uit de badkuip te scheppen. Het dorp heeft momenteel vrijwel geen leidingwater; de hele dag drupt de kraan in de badkamer het bad vol. De wc binnenshuis is vanwege het watertekort alleen voor de vrouwen en dan alleen om te plassen. Vrijwel alles wat Vlad en Loedja eten, verbouwen of fokken ze zelf. Dat is 80 procent aardappelen, 20 procent tomaten en andere groenten, verder hebben ze kippen en konijnen voor vlees. Op die manier leeft iedereen in het dorp, zo niet eenvoudiger.

Vlad is de ongekroonde burgermeester van Legevnia. Drie jaar geleden nam hij er een speelfilm op, zonder budget en met een ouderwetse VHS-videocamera. Alle acteurs, decors en kleding werden uit het dorp zelf aangeleverd. De dorpelingen bouwden zelfs een oud huis na en leverden paarden voor op de set. We krijgen een fotoalbum te zien. Het filmen lijkt op een langgerekt zomerfeest. De film van Vlad gaat over een Oekraïens liefdespaar, uiteengedreven door een inval van het rode leger. De held van het verhaal verliest zijn leven en zijn meisje aan een rode legerofficier.

De liefde voor de Oekraïense cultuur lijkt hier vele malen groter dan in Kiev. Mensen spreken liefst uitsluitend Oekraïens, zingen melancholieke volksliedjes, behangen hun huizen vanbinnen met traditionele borduursels en stemmen vol overgave op Timosjenko of Joeschenko. Ik vind hier niet die tweeslachtige nostalgie over het Sovjet tijdperk die ik in Kiev soms nog wel bij mensen aantref. Het hele dorp was ooit tewerkgesteld in de lokale sovchoze, een collectieve sovjetboerderij. Toen die eind jaren negentig failliet ging was iedereen in het dorp in een klap werkloos. Mensen overleven nu omdat ze hun eigen eten verbouwen. Alleen degenen met een koe hebt kunnen aan een beetje geld komen door de verkoop van vlees en melk in de stad.

We drinken in Legevnia veel wodka, eten aardappelpuree voor ontbijt, lunch en diner, samen met grote hoeveelheden zelfingemaakte augurken en tomaten, zelfgeperst druivensap, borscht en de door ons meegebrachte koekjes, zoutjes en chocola. Als we op zondagochtend door het dorp wandelen komen er twee oude baboesjka’s nieuwsgierig naar ons toe. “Waarom komen jullie naar dit dorp? Het is hier slecht, alle jonge mensen gaan weg, waarom willen jullie hier zijn?” Toch blinkt er in hun ogen iets van trots en blijdschap dat we zijn gekomen. Helemaal uit Amerika en Holland. Een van hun staat erop dat we haar smetteloze tuin en boerderij bezoeken. Het huisje is tot in de nok versierd met bloemenstoffen en borduurwerken. “Als ik verdriet heb kan ik niet slapen. Dan sta ik op en maak ik iets moois.” Ik denk dat ze het nodige verdriet heeft gehad.

1 Comments:

At 6:48 p.m., Anonymous Anoniem said...

Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.

 

Een reactie posten

<< Home

Creative Commons License
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 2.5 Netherlands License.