woensdag, juli 26, 2006

Baba Chanya

Baba Chanya woont in dorp L. Ze heeft een mond vol gouden tanden, is achter in de zestig en werkte veertig jaar voor de kolchoze. De eerste twee jaar op het land waar ze varkensvoer verbouwde, de andere 38 jaar werkte ze in de varkensstallen. De dieren werden gefokt voor de plaatselijke worstfabriek. Toch aten Chanya, haar man en drie dochters bijna nooit worst, of kovbasa, de Oekraïense naam voor hun tamelijk lekkere knoflookworst. Soms ging er een gerucht dat er in de stad, op 30 kilometer afstand, worst verkocht zou worden. Dan reden de mensen uit dorp L. om vier uur ’s nachts naar de stad om op tijd in de rij te staan voor de winkel.

Baba Chanya ontvangt een beetje pensioen. Daarnaast verbouwen zij en haar man aardappels en groenten op het land dat ze kregen na de sluiting van de kolchoze, ergens in de vroege jaren negentig. Ze hebben twee koeien en twee varkens. Chanya’s man is de hele dag op pad om de koeien te laten grazen op openbare stukken land, bijvoorbeeld langs de grote weg of in de uitgestrekte, verwaarloosde appelboomgaard van de oude kolchoze. De melk verkopen ze aan een melkfabriek.

Als wij in het dorp zijn moeten we beslist bij Baba Chanya op bezoek. Dan krijgen we een toer door haar grote huis, vol oude spullen. Ook krijgen we altijd dingen mee naar huis: zelfgemaakte verse kaas, een groot warm witbrood, een pot ingemaakt vlees met een flinke laag vet erop, zelfgestookte wodka, een pot abrikozen van vorig jaar. Helaas is het brood niet zo lekker. Het smaakt en ruikt naar de zure melk waarmee het deeg tot rijzen wordt gebracht. Zure melk van rauwe, verse koeienmelk. En omdat ze de uiers niet wassen smaakt dat behoorlijk naar koe. Bij het afscheid word ik altijd stevig gekust door Chanya. Ze noemt me haar dochter maar ze lijkt op mijn oma waar ik heel veel van hield.

Creative Commons License
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 2.5 Netherlands License.