dinsdag, augustus 07, 2007

Hokkenfabriek

Ergens op de uitgestrekte steppe van Oekraïne, of op de rokerige vlakten van de industriële Donbass-regio, moet een hele bijzondere fabriek staan. Ze maken er kleine hokjes, net groot genoeg voor een mens. De fabriek produceert verschillende kwaliteiten: duurdere hokken zijn stevig, en hebben gespiegeld glas aan de buitenkant. De goedkopere variant lijkt, als goedkope diepvriespizza’s, wel van karton. Ieder hokje heeft een deur aan de zij-of achterkant. Een mysterieus, geel bord met cijfers aan de buitenkant en een klein luikje aan de voorkant waardoor je flink bukken moet wil je het mens dat in het hokje zit, kunnen aankijken. Maar dat is niet de bedoeling.

De mensen in de Oekraïense hokkenfabriek hebben het erg druk. Want iedere winkel in Oekraïne, en er komen er steeds meer bij, heeft zo’n hok nodig. Hier moeten de mensen hun dollars of euro’s omwisselen voor hryvnya’s (spreek uit grivnja), het lokale geld. En omdat iedereen hier het liefst in contanten en dan nog het liefst in dollars of euro’s wordt uitbetaald, moeten ze voordat ze in de winkel iets kunnen kopen eerst die dollars omwisselen. Zodoende hebben de zweterige en chagrijnige dames in die hokjes het ook druk. De hang naar harde valuta heeft te maken met de verschrikkelijke roebelcrises in de jaren negentig.

Je ziet de hokken ook op straat of in ondergrondse gangen naar de metro. Dan is het geen geldwisselstation maar een sigarettenkiosk of winkel. Dan zijn ze soms iets ruimer bemeten en is de voorkant van glas. Toch blijft de verkoper nog steeds onzichtbaar omdat de ruiten zijn dichtgebouwd met koopwaar. Je kunt het gewenste artikel aanwijzen, op de een of andere manier kan de hokverkoper dat zien, of je roept richting luik wat je nodig hebt. Daarbij moet je wel eerst een bankbiljet door het luik steken want anders gaat de onzichtbare hokbewoner, wiens aanwezigheid slechts via zweetlucht of gesnauw wordt opgemerkt, niet tot actie over.

zaterdag, augustus 04, 2007

Boeven in de nacht (2)

Ik was weer in dorp L. waar ik teveel wodka dronk, erg heb gelachen. Ook kreeg ik het vervolg te horen op het verhaal van de nachtelijke overval tussen de zonnebloemvelden. Het slachtoffer, de behoorlijk in elkaar geslagen buurman, die net als zijn vrouw met ductape en touwen was vastgebonden door vier gemaskerde mannen, heeft een jongere broer die al net zo ondernemend is als hijzelf. Deze broer verkoopt geen Duitse tractoren maar werkt als persoonlijk assistent voor de voorzitter van het Oekraiense parlement, Oleksandr Moroz, de socialist die in sommige kringen wordt beschouwd als de Judas van de Oranje Revolutie omdat hij zich in 2006 opeens achter Janoekovitch (de conservatieve rivaal van President Joesjenko) schaarde en daarmee de Oranje coalitie om zeep hielp. Maar dat terzijde.

De broer van de buurman vertelde over het drama aan zijn baas Moroz. Die pleegde een telefoontje naar de belangrijkste politiecommissaris in het hoofdstadje van de regio. Binnen een week was de bende opgerold. Ze waren verantwoordelijk voor een hele reeks vergelijkbare overvallen en zitten inmiddels voor 6 tot 15 jaar achter de tralies. Het bizarre feit is alle bendeleden hele jonge (18-21-jarige) rijkeluiszoontjes zijn. Waarschijnlijk was hen al een tijdje de hand boven het hoofd gehouden. Maar nu hadden de papjongetjes met pistolen een fout begaan: kom niet aan de broer van de persoonlijk assistent van de voorzitter van het parlement. Dan reikt er een lange arm uit Kiev en ben je uitgespeeld.

woensdag, augustus 01, 2007

Boekenparadijs

Op de dagen dat ik niet door Kiev zwerf om ergens een interview af te nemen, dwing ik mezelf de hele dag thuis, in mijn lelijke gemeubileerde appartement te zitten, te schrijven en na te denken over mijn boek. Dat lukt niet altijd. Soms neem ik, stijf in de schouders van het gehang boven een boek of laptop, een bad en dat helpt. Alsof het de bloedtoevoer naar de hersenen verbetert.

Gisteravond was ik er weer even uit, op bezoek bij mijn Oekraïense vrienden K. en L. die onlangs zijn getrouwd. K. is een intelligente en excentrieke Oekraïner die zo teleurgesteld is in de politiek dat hij abrupt stopt met praten als je het onderwerp ook maar enigszins durft te schampen tijdens de conversatie. En hij drinkt niet. In de oostelijke industriestad waar hij vandaan komt zag hij teveel mensen kapot gaan aan de drank. Daarom staat zijn koelkast vol halflege flessen wodka, overgebleven van zijn bruiloft in april. K. raakt ze niet aan. Hij houdt meer van ‘boeken lezen’, codetaal voor iets dat in Nederland vrij verkrijgbaar is in tegenstelling tot sommige andere landen. Soms denk ik wel eens dat ik daarom een speciaal plaatsje in het hart van K. heb: ik kom immers uit het boekenparadijs. In Oekraïne zijn boeken niet altijd voorhanden. In zulke perioden is K. wat norser dan gewoonlijk.

Gisteravond, een avond zonder zijn geliefde lectuur, zag ik de plicht van de Oekraïense gastheer belichaamt in mijn vriend K. Terwijl zijn lieve vrouw aardappelpannenkoeken stond te bakken schonk hij traditiegetrouw wodka in voor ons drieën. Er moest gedronken worden op mijn terugkeer naar Kiev, op mijn geliefde die thuis was gebleven en op de vriendschap der volkeren. Za droezjba.

Creative Commons License
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 2.5 Netherlands License.