zondag, april 23, 2006

Terug op 1 mei

Ik ben even in Nederland voor de presentatie van mijn dichtbundel en een hoop feestjes. Vanaf 1 of 2 mei volgt hier een verslag van de meifeesten in Kiev.

dinsdag, april 18, 2006

Platteland

Legevnia, Oekraïne. Hier wonen Vlad en Loedja met hun twee zonen. Vlad is geschiedenisdocent op de universiteit van de nabijgelegen stad Uman. Loedja is lerares op de school in het dorp. Ik logeer een weekend bij hen met mijn Mexicaans-Amerikaanse vriendin en twee vrienden uit Kiev. We zijn hier terechtgekomen dankzij het documentaire filmfestival dat vorige week plaatsvond in ‘Dom Kino,’ een kunstzinnig filmtheater ooit gebouwd voor communistische partijbonzen in Kiev. Zo kwamen we de filmmaakster Anya tegen, onze connectie met het dorpje van Vlad en Loedja. Anya heeft ons datzelfde weekend nog meegenomen naar het platteland.

Vlad en Loedja zijn de rijkste mensen van Legevnia. Ze hebben een auto en een huis zonder stucwerk dat op een kasteeltje moet lijken. Ze poepen in een houten gemak achter de kippenren op het erf, wassen zich door met een steelpan water uit de badkuip te scheppen. Het dorp heeft momenteel vrijwel geen leidingwater; de hele dag drupt de kraan in de badkamer het bad vol. De wc binnenshuis is vanwege het watertekort alleen voor de vrouwen en dan alleen om te plassen. Vrijwel alles wat Vlad en Loedja eten, verbouwen of fokken ze zelf. Dat is 80 procent aardappelen, 20 procent tomaten en andere groenten, verder hebben ze kippen en konijnen voor vlees. Op die manier leeft iedereen in het dorp, zo niet eenvoudiger.

Vlad is de ongekroonde burgermeester van Legevnia. Drie jaar geleden nam hij er een speelfilm op, zonder budget en met een ouderwetse VHS-videocamera. Alle acteurs, decors en kleding werden uit het dorp zelf aangeleverd. De dorpelingen bouwden zelfs een oud huis na en leverden paarden voor op de set. We krijgen een fotoalbum te zien. Het filmen lijkt op een langgerekt zomerfeest. De film van Vlad gaat over een Oekraïens liefdespaar, uiteengedreven door een inval van het rode leger. De held van het verhaal verliest zijn leven en zijn meisje aan een rode legerofficier.

De liefde voor de Oekraïense cultuur lijkt hier vele malen groter dan in Kiev. Mensen spreken liefst uitsluitend Oekraïens, zingen melancholieke volksliedjes, behangen hun huizen vanbinnen met traditionele borduursels en stemmen vol overgave op Timosjenko of Joeschenko. Ik vind hier niet die tweeslachtige nostalgie over het Sovjet tijdperk die ik in Kiev soms nog wel bij mensen aantref. Het hele dorp was ooit tewerkgesteld in de lokale sovchoze, een collectieve sovjetboerderij. Toen die eind jaren negentig failliet ging was iedereen in het dorp in een klap werkloos. Mensen overleven nu omdat ze hun eigen eten verbouwen. Alleen degenen met een koe hebt kunnen aan een beetje geld komen door de verkoop van vlees en melk in de stad.

We drinken in Legevnia veel wodka, eten aardappelpuree voor ontbijt, lunch en diner, samen met grote hoeveelheden zelfingemaakte augurken en tomaten, zelfgeperst druivensap, borscht en de door ons meegebrachte koekjes, zoutjes en chocola. Als we op zondagochtend door het dorp wandelen komen er twee oude baboesjka’s nieuwsgierig naar ons toe. “Waarom komen jullie naar dit dorp? Het is hier slecht, alle jonge mensen gaan weg, waarom willen jullie hier zijn?” Toch blinkt er in hun ogen iets van trots en blijdschap dat we zijn gekomen. Helemaal uit Amerika en Holland. Een van hun staat erop dat we haar smetteloze tuin en boerderij bezoeken. Het huisje is tot in de nok versierd met bloemenstoffen en borduurwerken. “Als ik verdriet heb kan ik niet slapen. Dan sta ik op en maak ik iets moois.” Ik denk dat ze het nodige verdriet heeft gehad.

donderdag, april 13, 2006

De overkant

Tegenover ons apartement staan een aantal noodgebouwtjes met daarin cafés. Doorgerookte vitrage, plastic tuinmeubels, hooggeblondeerde bardame met getatoeëerde wenkbrauwen. Dat werk. Gisteravond zat ik er rond tien uur wat te eten met mijn vriendin Naomi. We bestelden op goed geluk een paar kleine salades in de hoop dat het niet die ene met tong zou zijn, die hier zo populair is. De Oekraïense salades zijn altijd iets te gul besprenkeld met mayonaise, maar toch erg lekker, tot in de kleinste snackbar hebben ze hier wel 20 soorten kleine knapperige salades op de kaart. Mijn Kievse vrienden claimen dat alle groenten in Oekraïne biologisch geteeld worden. Ik weet niet of ik dat moet geloven. In ieder geval smaken ze een stuk beter dan die op glaswol geteelde gewasklonen uit Nederland.

Op een gegeven moment klonk er uit een hoek steeds: “Hé djevosjka’s!!” Het bleek voor ons bestemd. Een ladderzatte meid in leer probeerde erachter te komen waar we vandaan kwamen. Ze zat met haar vriendin aan wodka en bier. We probeerden haar beleefd af te wimpelen en de bardame probeerde ons ook nog te beschermen maar dat had geen zin. Ze kwam aan onze tafel staan. “Djevosjka’s where you from?” Haar vriendin kwam erbij. We moesten wodka met hen drinken

Nella en Mascha zijn pas 22 jaar oud. Ze werken als politieagent en zijn van de blauwe partij (Janoekovitsch, de pro-Russische tegenstander van de Oranje Revolutiepartijen van Timosjenko en Joesjenko). “Russia and Ukraine are like one,” Nella haakt haar vingers in elkaar. Mascha wijst op het rood van Naomi’s pakje Loekie Stroeki (Lucky Strike op z’n Oekraïens). “Die kleur,” ze doelt op oranje, “niet goed. Zij gebruiken mensen als condooms, één keer en dan weg ermee.”

Ons Russisch en hun Engels is te beperkt om dit standpunt beter te begrijpen of te onderbouwen. Maar Naomi en ik weten beide dat Nella en Mascha de andere kant van Kiev vertegenwoordigen. Niet van de advocaten, kunstrecensenten en filmmakers waar we regelmatig mee uitgaan. Dit zijn meiden van 22 die een kind hebben, in de buitenwijken wonen, zich ’s avonds een stuk in de kraag drinken om met de laatste metro weer naar huis te gaan. Zich de volgende ochtend weer in hun uniform hijsen, sparen voor een tatoeage boven hun billen en helemaal niets moeten hebben van de nieuwe politiek in dit land. Ik wil vaker naar die kantine aan de overkant.

maandag, april 10, 2006

Tina (2)

De songtekst Russian Guy die ik schreef voor de Oekraïense songfestivalzangeres Tina Karol werd goedgekeurd. Wel moest ik eerst nog met De Ster, haar manager en mijn leraar Russisch samenkomen in de geblindeerde Lexus die dit keer werd dubbelgeparkeerd voor mijn appartementengebouw. Tina wilde dat ik de tekst met haar doornam. Ik kreeg wat reprimandes vanwege het te grote woordenaantal, ze wilde liever All the guys he’s the best, zingen in plaats van Of all the guys he’s the best. Ik moest lullen als brugman om duidelijk te maken dat zoiets grammaticaal niet in orde was.

Ook mocht het zinnetje He reads Tolstoy, he’s so refined, niet. Dat hoorde niet in een popsong, aldus Tina. Ik probeerde nog “Maar het is een grapje.” Nee, ging het ferm, het mocht echt niet. Dus nu is het: He’s so romantic, he’s one of a kind, geworden. Helaas! Als alternatief had ik nog He dances at the Bolshoi, he’s so refined maar bedacht me bijtijds. Ook dit zou de censuur van de Tina Karol BV waarschijnlijk niet passeren.

Daar zat ik dan, in een geblindeerde Amerikaanse slee voor mijn huis met samengeknepen keel mijn eigen songtekst voor te zingen opdat de blonde zangeres kon horen waar de nadruk lag. Ze zong het fantastisch na maar liet wel telkens lidwoorden weg. Die vond ze maar overbodig klinken, het Russisch kent immers geen lidwoorden. Morgenmiddag als Russian Guy wordt opgenomen moet ik mee de studio in als tekst- en uitspraakcoach.

Een fragment:

Americans and ooh
Italians and ooh
Brazilians but
No one like my Russian guy

Feelings I just can’t deny
No one like my Russian guy

These Italians, dress so well
their perfume: what a smell, ooh!
And Americans drive big cars
but my Russian, he shows me the stars.


Het apartementengebouw

Mannetje

In Olga's Place een klein barretje bovenaan de Andriyivskiy Uzviz hadden ze een klein wit poesje dat de hele avond op mijn schoot sliep. Toen ze dicht gingen mocht ik hem meenemen met de belofte hem weer terug te brengen als het tegenviel. Maar het valt niets tegen. Misschien noem ik hem wel Gerard. Tot nader besluit blijft het even bij Mannetje.

Gerard

Gerard Reve is heengegaan. Gelukkig heb ik zijn verzamelde gedichten bij me. Daar ga ik dus maar iets uit citeren:

Getuigenis

Ze willen dat ik schrijf
voor de vooruitgang.
Maar ik kan niet schrijven zoals zij,
al stam ik van hen af.
Ik moet de wijken van het volk in
en mijn oor te luisteren leggen:
zo hoor je nog eens wat.
Wat wil het volk?
Niet veel goeds, dat is zeker.
Dus ga ik de straat op,
met mijn eigen vaandel
waarop geschreven staat:
Vrijheid! Ziekte! Ouderdom!
Lang leven de Dood!

maandag, april 03, 2006

Tina

Dankzij de connecties van mijn leraar Russisch, die ook Engelse les geeft aan een aantal ambitieuze mensen uit de Oekraïense showbizzwereld, heb ik mijn eerste lokale opdracht binnengehaald. Ik mag een Engelstalige songtekst gaan schrijven voor de Oekraïense zangeres Tina Karol. Zij gaat haar land vertegenwoordigen bij het aanstaande Eurovisie songfestival.

De vrouwelijk manager van Tina Karol heeft de langste aanplakwimpers die ik ooit zag en rijdt in een peperdure Lexus rond. Zo’n benzineslurper met asociale bullbar, kalfslederen bekleding en een dashboard dat doet denken aan de cockpit van de Starship Enterprise. Gisternacht, om half één zat ik voor een Kievse nachtclub aan boord van dit ruimteschip, om als een soort maffiafiguur overleg te plegen over mijn opdracht en de internationale ambities van de ‘Tina Karol BV’. Een aardige kennis van de artieste had al een poging gewaagd en een paar van haar Russische songteksten naar het Engels vertaald maar deze barsten volgens de manager van de clichés: Come feel my love, open your heart, show me your love, know what you start. Op die fiets.

Inmiddels heb ik de cd van de eurovisie deelneemster thuis liggen en zoek nu naarstig naar inspiratie voor een nieuwe tekst voor het upbeat nummer Russian Boy. Het nummer klinkt als een mix tussen Shakira, Christina Aguilera en Pink, met soms een snufje (aaargh) Celine Dion. Karol heeft wel internationale allure met haar blonde barbiekrullen, een dijk van een stem en arrangementen zo glad als het buikspek dat Oekraïners zo graag op brood eten.

In een lokaal blad las ik toevallig vorige week nog een smeuïg feit over Tina Karol. Ze begon haar carrière ooit als Tanya Liberman en won een groot aantal prijzen met liedjes in het Hebreeuws en Jiddisch op allerlei Israëlische en Joodse festivals. Oekraïne lijdt blijkbaar nog altijd aan een significante dosis antisemitisme. Al op de middelbare school voelde Karol annex Liberman zich gediscrimineerd. Aldus de zangeres in een interview: “It [de naamsverandering] was part of the agreement with the producers, but, to be honest, I am glad I changed my name: I felt like my name hindered me all my life.”

Broodje buikspek

Creative Commons License
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 2.5 Netherlands License.